Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AL3275

Datum uitspraak2003-09-23
Datum gepubliceerd2003-09-30
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200304257/2
Statusgepubliceerd


Indicatie

Bij besluit van 8 oktober 2002 heeft de gemeenteraad van Hengelo, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2002, het bestemmingsplan "HOV Doorstroomas Vossenbelt" vastgesteld.


Uitspraak

200304257/2. Datum uitspraak: 23 september 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: de stichting "Stichting (h)Eerlijk Hengelo", gevestigd te Hengelo, en anderen, verzoekers, en het college van gedeputeerde staten van Overijssel, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 8 oktober 2002 heeft de gemeenteraad van Hengelo, op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2002, het bestemmingsplan "HOV Doorstroomas Vossenbelt" vastgesteld. Verweerder heeft bij zijn besluit van 29 april 2003, kenmerk RWB/2002/3023, beslist over de goedkeuring van het bestemmingsplan. Tegen dit besluit hebben verzoekers bij brief van 27 juni 2003, bij de Raad van State ingekomen op 1 juli 2003, beroep ingesteld. Bij deze brief hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De Voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 augustus 2003, waar verzoekers, bij monde van drs. P.J.P. Koch en ing. W. van Wensveen, en verweerder, vertegenwoordigd door O. Westra en mr. M. Haan, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen. Voorts is de gemeenteraad van Hengelo, vertegenwoordigd door drs. G. Dijkhuis en ing. D.H. Dragt, ambtenaren van de gemeente, daar gehoord. 2. Overwegingen 2.1. Bij uitspraak van heden, no. 200304257/3, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen. 2.2. Gelet op bovengenoemde uitspraak bepaalt de Voorzitter dat verweerder aan verzoekers het door hen betaalde griffierecht vergoedt. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken. 3. Beslissing De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. wijst het verzoek af; II. gelast dat de provincie Overijssel aan verzoekers het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht (€ 232,00) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. R. Cleton, als Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van Staat. w.g. Cleton w.g. Soede Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 23 september 2003 270-425.